Vele van de instrumenten die wij gebruiken voor het meten voor het meten van het weer zijn
gebaseerd op principes die al eeuwen oud zijn. In de afgelopen decennia heeft de
meteorologie zich in een verbazingwekkend tempo ontwikkeld, dankzij de komst van allerlei
elektronische instrumenten.
Elektronische sensoren worden vaak op grote schaal gebruikt in afgelegen gebieden, in aan
de zeebodem verankerde boeien en in vliegtuigen.
Op vele plaatsen worden ballonnen opgelaten die radiosondes met zich meevoeren: kleine
pakketjes elektronische instrumenten. Deze meten temperatuur, luchtdruk en vochtigheid
tijdens de opstijging in de atmosfeer naar hoogten van ongeveer 30 kilometer en zenden die
informatie naar een grondstation op aarde. De radiosonde wordt met behulp van radar
gevolgd en zo kan ook de informatie worden verkregen over de snelheid en richting van de
wind in de hogere lagen van de atmosfeer.
Radar en Regenval.
Radarapparatuur op aarde wordt ook gebruikt voor het bepalen van de
hoeveelheid regen of sneeuw die er valt en waar die het grootst is. Regendruppels en
sneeuwvlokken verstrooien radargolven. Door nu pulsen radarstraling uit te zenden en
vervolgens de sterkte van de teruggekaatste signalen te meten, kan een gedetailleerd beeld
van het neerslagpatroon worden verkregen. Met behulp van radarbeelden kan heel goed de
ontwikkeling en de beweging worden gevolgd van gebieden met hevige regenval die
samenhangen met zware onweersbuien. Dopplerradars worden gebruikt om het nauwkeuriger
voorspellen van de komst van winden die grote schade kunnen aanrichten, zoals tornado's.
Weersatellieten.
Rond de aarde draaien vele weersatellieten, die zowel in zichtbaar licht als in het
infrarood opnamen maken. Sommige beelden hebben ook radarapparatuur en stralingsmeters aan
boord. Met infraroodstralingsmeters kan de temperatuur van wolkentoppen worden gemeten en
kan het verloop van de temperatuur in de atmosfeer worden bepaald.
Microgolfstralingsmeters hebben het grote voordeel door de wolken heen te kunnen 'kijken'.
Zij meten niet alleen de temperatuur in de atmosfeer, maar registreren ook de omvang van
sneeuwdekken en zee-ijs in poolgebieden, die vaak in wolken zijn gehuld.
Al sinds meer dan 20 jaar worden met instrumenten aan boord van de weersatellieten van de
National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA) temperaturen en sneeuw- en
ijsbedekking gemeten. Deze metingen spelen een belangrijke rol in het onderzoek naar het
zogeheten broeikaseffect.
De Europese aardonderzoeksatellieten ESR-1 en ESR-2 hebben microgolfapparatuur aan boord,
waarmee golfhoogten, windsnelheden, veranderingen in de hoogte van de poolkappen en de
structuur en sterkte van zeestromingen kunnen worden gemeten.
Naar het begin van deze pagina.