Het weer beïnvloeden

Het weer beïnvloeden

Home
Hoger


Door de hele geschiedenis heen hebben mensen de hulp ingeroepen van gebeden en rituelen in de hoop het weer te beïnvloeden.
In de 19de eeuw poogde de Franse overheid wijngaarden te behoeden voor hagelschade door de bewolking van een stormfront te beschieten met raketten.
Van meer praktisch nut was de aanplant van rijen bomen die als windvang tegen stormschade diende en irrigatie met opgespaard regenwater in tijden van droogte.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog deed men een aanzienlijke krachtinspanning om het weer te manipuleren. Mistvelden boven Engelse vliegvelden werden bestreden met de inzet van vlammenwerpers. Dankzij het succes van deze methode konden zo'n 2.500 geallieerde vliegtuigen landen tijdens de mist.

Wolken Beschieten.
Een aanzienlijke vooruitgang op het gebied van weerbeïnvloeding voltrok zich in 1946, toen de Amerikaanse wetenschapper Vincent Schaefer ontdekte dat het beschieten van wolken met minuscule kristallen van koolzuursneeuw ('droog ijs') neerslag kon veroorzaken. Koolzuursneeuw heeft een erg lage temperatuur (-78° C) en de kleine kristallen trekken snel waterdruppels aan tot ze groot genoeg zijn om neer te vallen in de vorm van regen of sneeuw. Omgekeerd kan het bombarderen van zware stormvelden met koolzuursneeuw de vorming van kleinere druppels bevorderen en zo de buien minder zwaar maken.
Schaefers collega Bernard Vonnegut ontdekte later dat kristallen van zilverjodide ideale condensatiekernen vormden en ook gebruikt konden worden om wolkenformaties te beschieten. Aangezien het ook veel goedkoper is dan koolzuursneeuw, wordt zilverjodide nu vaak toegepast bij de beschieting van wolken.

Op Grote Schaal.
De eerste serieuze poging om omvangrijke weersystemen te beïnvloeden werd ondernomen in 1947. Met het project 'Cirrus' trachtte men de windkracht van orkanen te beperken door ze te beschieten. Ondanks diverse bezwaren werden in de jaren 1950 in de hele wereld commerciële 'beschietingsprojecten' gestart om meer regen te laten vallen in tijden van droogte. De bezwaren waren van tweeërlei aard. Ten eerste achtte men het gevaarlijk om complexe weersystemen te manipuleren waar men weinig inzicht in had. In de tweede plaats wist men niet wat er gebeurd zou zijn als er geen beschieting had plaatsgehad.
Weerbeïnvloeding stuitte in de jaren 1970 op veel kritiek. Ten tijde van de Vietnamoorlog hield een senaatscomissie hoorzittingen toen de verdenking rees dat de Verenigde Staten wolken beschoot om de Ho Chi Minh-route onder water te zetten.
In deze periode begon men ook nieuwe beschietingsmethodes te beproeven. Slechts één experiment in het neerslaggebied van het Meer van Galilea leverde positieve resultaten op. De neerslag steeg met 18%, terwijl de neerslaghoeveelheid in naburige gebieden niet bleek af te nemen. Maar de conclusie luidde dat ondanks 50 jaar lang experimenteren met beschieten neerslagvergroting van enige betekenis niet werd gerealiseerd.
Als het aankomt op beheersing van zware stormen spelen wettelijke en politieke factoren een niet te onderschatten rol. Het Amerikaans project 'Stormfury' was bijvoorbeeld opgezet om de orkanen in een Caribisch gebied tijdens de jaren 1960 en 1970 enigszins in toom te houden. Maar omdat veel regen in Noord-Mexico afkomstig is uit de restanten van deze tropische stormsystemen, volgde de beschuldiging dat de beschieting van 1980 een ernstige droogte had veroorzaakt. Het project werd daarop afgeblazen. Nog steeds tracht men resultaat te boeken met weerbeïnvloeding, maar op een beperktere schaal en met minder overheidssteun dan 20 tot 30 jaar geleden.

Naar het begin van de pagina.