In snel stijgende luchtmassa's vormen zich eerst
stapelwolken. Hun hoogte is afhankelijk van temperatuurs- en vochtigheidsomstandigheden.
Cumulonimbus Capillatus Incus. Cumulonimbus Incus in midden februari.
Ontstaan: Zolang
opbollende stapelwolken nog scherpe contourlijnen bezittenen duidelijke
contrastverschillen in hun bloemkoolstructuren bezitten, is er nog geen buienaktiviteit en
geen gevaar voor onweer. Komen de toppen evenwel hoger en hoger, waardoor ze bevriezen dan
vervagen de contrastverschillen en worden de randen rafelig. Bij het bevriezingsproces
vindt ladingsscheiding plaats. Bliksemontladingen komen vaak al voor als de neerslag nog
niet is begonnen.
Dit is een schematische voorstelling van de belangrijste stijg- en daalwinden. De
verticale afmeting van de bui is 8 tot 12 km. De horizontale doorsnede is 10 tot 20 km.
De schets rechts stelt de hoofdverdeling voor van de electrische lading binnen dezelfde
bui. De ladingssheiding vindt in hoofdzaak plaats waar de onderkoelde waterdruppels
bevriezen. De positief geladen ijssplinters worden omhooggevoerd. De zwaardere negatief
geladen ijskeren blijven in het onderste gedeelte van de bui.
Naar het begin van deze pagina.