|
Tot de wervelende winden behoren waterhozen, stofhoosjes en natuurlijk tornado's. Zij worden gekenmerkt door een roterende kolom lucht, maar ontstaan op verschillende manieren. Stofhozen en kleine wervelwinden ontstaan door zeer sterke, lokale verhitting van de bodem, waardoor lucht gaat stijgen. De krachtigste hozen zijn het gevolg van de wisselwerking tussen verticale, warme en koude luchtstromingen en altijd samenhangen met zware onweersbuien.
Tornado's kunnen snelheden bereiken van meer dan 480 km per uur. De tornado die het meeste slachtoffers eiste, was de Tri-State Tornado, die op 18 maart 1925 over drie Amerikaanse staten raasde. In nog geen vier uur tijd vonden langs het 350 km lange traject 695 mensen de dood. Tornado's komen het meest voor in de VS en Australië. In de VS ontstaan ze aan het einde van de winter en begin van de lente, wanneer koude lucht uit het noorpoolgebied en vochtige, warme lucht ten noorden de tropen elkaar ontmoeten en de atmosferische instabiliteit aanwakkeren. Bij ons komen ze zelden voor en de vaker optredende zwakkere wervelwinden worden hier altijd waterhoos of windhoos genoemd.
Ontwikkeling van een Tornado: Tornado's ontstaan altijd tijdens zware onweersbuien zoals die in supercellen. De draaiende beweging begint gewoonlijk wanneer winden op grote hoogte sneller en vanuit een andere richting waaien dan winden op geringere hoogte en daardoor het hele systeem in rotatie (ronddraaiende) brengen. Ieder roterend object beweegt sneller wanneer het meer naar de as van rotatie wordt geconcentreerd. Terwijl de lage druk in het centrum van de wervelwinden naar binnen worden getrokken, gaan die dus ook steeds sneller roteren. In sommige gevallen wordt de rotatie versterkt door een krachtige, draaiende en opwaarts bewegende kolom lucht in het hart van het systeem. Deze zogeheten mesocycloon ontstaat door de wisselwerking tussen warme en koude luchtstromingen in een deel van de storm. Soms veroorzaakt de mesocycloon aan de onderzijde van de storm een vooruitstekende 'wolkenmuur': dit is een duidelijke aanwijzing dat er zich een tornado ontwikkelt. Naarmate de rotatie krachtiger wordt, begint hij zijn weg omlaag naar de grond te zoeken. Uiteindelijk verschijnt er een kolom snel roterende lucht aan de onderkant van de wolk. Deze rotatie kan zichtbaar worden als een slurfvormige wolk, wanneer de luchtdruk in die wolk voldoende laag is om condensatie te laten plaatsvinden. Als deze slurf de grond bereikt, heeft men te maken met een volledig ontwikkelde tornado. De tornado kan verschillende vormen aannemen: van een dunne, witte koord tot een dikke, zwarte massa.
In de Wervel: De tornado zal zich met het stormsysteem in horizontale richting verplaatsen
met een snelheid van ongeveer 60 km per uur. De slurf kan een dikte hebben van minder dan
100 meter tot meer dan 800 meter en over een afstand van vele honderden kilometers
een spoor van verwoesting achterlaten. De windsnelheden in een tornado zijn moeilijk te
meten, omdat instrumenten dit geweld meestal niet overleven. Voor de stijgwinden zijn er
snelheden tot 300 km per uur gemeten. De levensduur van een tornado loopt uiteen van
enkele minuten tot een uur, maar de meeste blijven ongeveer een kwartier bestaan. Als een
tornado zijn maximale intensiteit heeft bereikt, wordt zijn slurf dunner, gaat hij meer
horizontaal staan en wordt het spoor van verwoesting kleiner. De slurf neemt de vorm van
een slang aan, en maakt een slingering en dooft
De Schaal van Fujita: Met de schaal van Fujita kan de sterkte van tornado's worden aangegeven. Hij werd ontwikkeld door Theodore Fujita (geboren in 1921). Hij bestudeerde tientallen jaren tornado's aan de Universiteit van Chicago.
|