De betrouwbaarheid van de weersverwachting is in de afgelopen jaren sterk gestegen, vooral
dankzij de enorme toename in computercapaciteit. In combinatie met de satellietmetingen en
een beter inzicht in hoe het weer 'werkt', werd het mogelijk om de termijn van
weersverwachtingen sinds het begin van 1970 te verdubbelen. Gemiddeld kan nu iets meer dan
zes dagen vooruit worden gekeken, terwijl dit in de winter één dag meer is en in de
zomer één dag minder.
Radar en Satelliet.
Steeds meer gevoeliger radarsystemen helpen bij het verbeteren van de
weersverwachting voor de komende uren. In de Verenigde Staten, waar men ieder jaar wordt
getroffen door 10.000 zware onweersbuien, 5.000 overstromingen en bijna 1.000 tornado's,
heeft de National Weather Service een Dopplerradarsysteem geïnstalleerd waarmee men diep
in onweersbuien kan kijken. Het aantal keren dat men met succes gevaar kan signaleren is
daardoor sterk toegenomen, zodat men al in een veel vroeger stadium een waarschuwing kan
doen uitgaan.
Voorspelbaarheid.
Ondanks de enorme hoeveelheid metingen die iedere dag worden verricht, is de
atmosfeer zo'n complex systeem dat onze kennis van de toestand waarin hij zich op een
willekeurig moment bevindt waarschijnlijk altijd onvolledig zal blijven. De mondiale
toestand van de atmosfeer bepaalt in hoeverre deze geringe onzekerheden de betrouwbaarheid
van de weersverwachting beïnvloeden. Is de atmosfeer in een quasi stationaire toestand,
dan is zijn gedrag vrij voorspelbaar. Is hij niet in die toestand, dan zal hij al snel
onvoorspelbaar worden.
Meteorologen hebben een methode ontwikkeld om beter te kunnen bepalen of een weersysteem
zich in een voorspelbare toestand bevindt. Daartoe wordt enkele maken dezelfde
computersimulatie verricht, waarbij men de begincondities van de atmosfeer telkens iets
laat verschillen. Geven alle simulaties bij een tiendaagse verwachting vrijwel hetzelfde
resultaat, dan is er een grote kans dat de verwachting een vrij grote betrouwbaarheid
heeft. Geven de simulaties al na enkele dagen verschillende resultaten, dan bevindt de
atmosfeer zich in een minder voorspelbare toestand.
Bij de meeste weerkundige instituten wordt nu met deze techniek geëxperimenteerd. In de
toekomst zal de kans dat de verwachtingen zeven dagen vooruit juist zijn, zeker toenemen.
Soms zullen weerkundigen moeten toegeven dat zij niet meer kunnen voorzien wat er na
enkele dagen gebeurt, terwijl zij op andere momenten met voldoende vertrouwen tiendaagse
verwachtingen zullen kunnen maken.
Voorbij de 10 dagen.
Misschien zullen we nooit de in staat zijn om gedetailleerde verwachtingen
te maken voor perioden langer dan 10 dagen. Maar algemene vooruitzichten voor perioden van
enkele maanden vooruit zullen wel nauwkeuriger worden. Zulke verbeteringen zullen mogelijk
worden als we meer te weten komen over de vraag waardoor het weer op gematigde breedten in
bepaalde patronen 'gevangen' raakt. Het evenwicht tussen deze patronen in de loop van het
seizoen bepaalt of de temperatuur en regenval hoger of lager zullen zijn dan normaal.
Naar het begin van deze pagina.