De menselijke beschaving kwam op in een tijd met een warm, stabiel klimaat
die volgde op een periode met ijstijden en klimatologische onrust.
Ongeveer 6.000 jaar geleden was de temperatuur gemiddeld zon 2° Celsius hoger dan
tegenwoordig en ook de neerslag was groter. Dit kwam ten goede aan het ontstaan van de
landbouw in Egypte en Mesopotamië wat leidde tot een overschot aan voedsel dat voor het
eerst werd opgeslagen. Hierdoor konden grote groepen mensen samenleven in de vlakte van
Mesopotamië.
Welke rol het klimaat in de Oudheid speelde, in de bloeitijd van de Griekse cultuur en
tijdens de opkomst en ondergang van het Romeinse Rijk, is nog onzeker. Het klimaat begon
af te koelen en oogsten mislukten. Dit kan echter ook gewoon het gevolg geweest zijn van
ontbossing en inefficiënte irrigatiesystemen.
Ook de redenen voor het plotselinge verval van de Maya-beschaving in Midden-Amerika tussen
800 en 1.000 na Christus. De samenleving stond al onder druk door bevolkingstoename,
achteruitgang van het milieu en botsingen tussen steden. Maar in vroegere eeuwen had men
soortgelijke problemen weten te overwinnen.
Omstreeks 800 was er echter een lange droge periode die de Maya's nog meer onder druk
zette en tot de uiteindelijke instorting kan hebben geleid.
De Middeleeuwen.
De tiende tot de twaalfde eeuw vormen het zogenaamde middeleeuwse
klimaatoptimum, met in Europa temperaturen die vergelijkbaar zijn met vandaag.
Dit goede klimaat begunstigde de kolonisatie van Groenland door de Vikingen, en de opkomst
van de Europese beschaving tussen de elfde en de dertiende eeuw. Aan het eind van de
dertiende eeuw veranderde het klimaat opnieuw. Er waren vreselijke koude, natte zomers in
1315 en 1316 en opeenvolgende koude zomers daarna.
De bevolkingsafname in Europa (die nog voor de Zwarte Dood aan het eind van de veertiende
eeuw begon) kan een gevolg zijn geweest voor de afkoeling. Maar er waren ook menselijke
factoren in het spel: een eerdere snelle bevolkingstoename, uitbreiding van de landbouw
naar minder vruchtbaar land en vestiging in kwetsbare kustgebieden.
De Kleine IJstijd.
De historische betekenis van de Kleine IJstijd - een koele periode van
ongeveer 1450 tot 1850 met veel strenge winters - staat niet vast. In Londen vroor de
Thames herhaaldelijk dicht zodat er winterse volksfeesten op het ijs gehouden kon worden.
Reeksen koude winters in de jaren 1590, 1690 en 1810 leidden tot voedselgebrek in heel
Europa en deden de Alpengletsjers groeien.
De Kleine IJstijd is een ongrijpbaar verschijnsel en misschien niet eens een
aaneengesloten periode. Recent onderzoek duidt erop dat hij bestond uit een aantal koude
intervals van maximaal 30 jaar aan het einde van de 16de en 17de
eeuw en van 1800 tot 1820.
De Afgelopen Decennia.
Vanaf 1900 is het klimaat wereldwijd ongeveer 0,5° Celsius opgewarmd, vooral
in twee perioden - tussen (rond) 1920 en 1940 en sinds 1975. Het is nog niet zeker of deze
wereldwijde opwarming deel uitmaakt van een natuurlijke cyclus of aan menselijke factoren
kan worden toegeschreven.
De Kolonie op Groenland.
De ondergang van de Noorse kolonie op Groenland is het enige voorbeeld van
een goed ontwikkelde Europese samenleving die volledig verdween. In 985 na Christus,
tijdens een bijzonder warme periode, vestigden zich onder leiding van Erik de Rode zo'n
300 à 400 kolonisten in twee nederzettingen op de westkust van Groenland. Aan het begin
van de twaalfde eeuw waren er meer dan 300 boerderijen met ongeveer 5.000 mensen. De
kolonisten bezaten kudden vee, maakten gebruik van het overvloedige wild en ontvingen
goederen uit IJsland en Scandinavië.
In de twaalfde en de veertiende eeuw, ver voor de klimaatsverandering in West-Europa, werd
het op Groenland plotseling kouder. Deze veranderingen brachten meer stormen en pakijs
rond Groenland met zich mee. Daardoor werd de route van en naar IJsland steeds moeilijker
en vaak was er dan ook jarenlang geen contact. Het laatste contact dateert van 1410 en
niet veel later stierf de nederzetting uit. Archeologisch onderzoek van de graven geeft
een schokkend beeld van ondervoeding en slopende ziekten.
Naar het begin van deze pagina.