In prehistrorische tijden was er veel meer
vulkanische activiteiten dan nu en waren ze ook veel heftiger. De gassen die toen door
vulkanen in de lucht werden vrijgemaakt - waaronder koolstofdioxide en zuurstof - droegen
bij tot de vorming van onze atmosfeer. Vulkanische wolken hadden een belangrijke invloed
op het klimaat, verlaagden de temperaturen en verhoogden de neerslag. Tegenwoordig doen
zich alleen nog zo nu en dan grote uitbarstingen voor, maar de kracht van deze
uitbarstingen is zo immens dat ze nog steeds het weer op korte termijn beïnvloeden en de
invloed ervan wordt overal ter wereld gevoeld.
Ontstaan:
Bij vulkaanuitbarstingen worden grote hoeveelheden as- en stofdeeltjes in de atmosfeer
gestuwd. Deze verspreiden zich in de atmosfeer rond de aardbol. Bij een krachtige
uitbarsting kan een gedeelte van dit materiaal de tropopauze passeren en in de stratosfeer
terechtkomen.
Winden in de stratosfeer kunnen de as en het stof jarenlang rond de aarde laten cirkelen.
Grote aswolken hebben een belangrijke invloed op weerpatronen omdat ze een bepaalde
hoeveelheid binnendringende zonnestraling reflecteren naar de ruimte. Hierdoor wordt de opwarmende invloed van zon verminderd.
In Europa kwam het jaar 1815, waarin de grootste geregistreerde uibarsting in de
geschiedenis plaatsvond op het eiland Tambora bij Borneo, bekend te stan als 'het jaar
zonder de zomer'. Ook de uitbarsting van de Pinatubo op de Filipijnen in 1991 veroorzaakte
een nevel van zwavelzuur in de stratosfeer, die zich later rond de aardbol uitspreidde.
Dit had waarschijnlijk een afkoelende invloed op het wereldklimaat, die langer dan twee
jaar hebben geduurd.
Vulkanische schemeringen.
Vulkanisch stof heeft een grote invloed op onze blauwe hemels en rode zonsondergangen.
Wanneer zonlicht door onze atmosfeer reist, verstrooien deeltjes in de lucht de kleuren
van het spectrum. De kleuren die we waarnemen, veranderen met de hoek waaronder het licht
door de atmosfeer reist, en die hoek varieert met de tijd van de dag. (zie ook Kleuren aan de Hemel) Door de uitstoot van vulkanisch stof in de
atmosfeer neemt het aantal deeltjes toe en dus de mate van verstrooiing van de kleuren.
Dit betekent dat de kleuren aan de rode kant van het spectrum effectiever (beter) worden
verspreid over de hemel, waardoor de hemel overdag een blekere kleur krijgt en de
zonsondergangen intens rood en violet worden (= vulkanische schemering). Dit zelfde effect
doet zich voor bij een zonsopgang.
Een vulkanische uitbarsting kan groot gevaar opleveren voor de luchtvaart, omdat de in de
atmosfeer uitgestoten kleine deeltjes vliegtuigmotoren kunnen verstoppen. Verscheidene
bijna-rampen leidden tot de oprichting van een internationaal waarschuwingssysteem, dat
door de World Meteorological Organization (WMO) wordt beheerd. Satellietbeelden van
vulkanische wolken worden bestudeerd, zodat verboden gebieden voor vliegtuigen kunnen
worden vastgesteld.
Betekenis voor het weer:
* Vulkanische wolken kunnen zure regen produceren.
* Vulkanische wolken produceren ook vaak bliksem.
Naar het begin van deze pagina.