|
Algemene Indeling:
Er zijn twee fundamentele typen wolken: Cumulus en Stratus. Cumulus bestaat uit afzonderlijke, dichte wolken met een vrijwel horizontaal ondervlak. Deze wolken ontstaan meestal door plaatselijke convectie of orografische opstuwing. Goed ontwikkelde cumuluswolken wijzen op een onstabiele situatie. Stratus bestaat uit een meestal aaneengesloten laag van vormeloze wolken. Deze ontstaat door de gelijkmatige opstuwing van een uitgestrekte massa vochtige lucht en is meestal een aanwijzing voor een plaatselijk stabiele atmosfeer.
Wolken en Hoogten: Deze twee grondtypen worden verder onderverdeeld naar de hoogte waarop ze zijn ontstaan. Wolken die op hoogten boven de 5000 meter ontstaan Cirrus (veerwolken) genoemd (of hebben het voorvoegsel cirro-). Wolken op middelbare hoogten, zo tussen de 2000 en 5000 meter, hebben meestal een naam die begint met het voorvoegsel alto-. Lage wolken, op hoogten onder de 2000 meter, hebben geen voorvoegsel: de namen stratus en cumulus hebben dus betrekking op lage wolken. De aanduidingen Cumulus en Stratus worden gecombineerd met alto- en cirro- om de namen te vormen voor de wolken op middelbare en grote hoogten. Zo betekent Altostratus dus een wolkenlaag op middelbare hoogte en betekent Altostratus dus een wolkenlaag op middelbare hoogte. Cirrocumulus bewolking betekent op grote hoogte die uit afzonderlijke, kleine wolkjes bestaat. Cumulonimbus vertegenwoordigt een afzonderlijke categorie, omdat deze wolken in verticale richting aanzienlijke afmetingen hebben. In sommige indelingen wordt nog een categorie onderscheiden, Nimbus. Dit woord betekent alleen 'regen-brengend'. Nimbostratus is dus een regenbrengende wolkenlaag op geringe hoogte.
Verdere Verfijningen: Om wolken nog beter van elkaar te kunnen onderscheiden, worden andere Latijnse termen gebruikt. Tot de meest gebruikte behoren: humilis: bescheiden, klein Sommige van deze benamingen worden zowel bij Cumulus als bij Stratus gebruikt. Zo wordt Undulatis gebruikt voor het aangeven van zowel Altocumulus- als Altostratusbewolking die in evenwijdige banden ontstaan. Dezelfde term kan ook worden gebruikt bij wolken op verschillende hoogten. Met Undulatus kan ook Cirrusbewolking worden beschreven, zoals Cirrostratus Undulatus. Anderzijds worden vele van die aanduidingenslechts voor één type wolk gebruikt. Zo wordt met Humilis altijd een kleine Cumuluswolk op geringe hoogte bedoeld. Deze indeling is natuurlijk niet exact en waterdicht. Maar wolken staan dit ook niet toe. Ze komen niet alleen in een oneindig aantal vormen voor, maar ze zijn ook steeds aan het veranderen. Om wolken te herkennen moet men eerst op de twee basistypen letten - Cumulus of Stratus - en dan hun hoogte proberen af te leiden. Het onderscheiden van nog kleinere verschillen zal men snel onder de knie hebben.
Wolkenindeling van Luke Howard:
|